ACM: Nederland massaal aan het mobiele internet

Nederland lijkt maar niet genoeg te krijgen van mobiel internetten. Inmiddels zijn er 11,3 smartphones en tabletcomputers die op het mobiele internet zijn aangesloten, wat weer een positief effect heeft op de dataconsumptie. Dat concludeert toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) in zijn Telecommonitor over het tweede kwartaal 2014.

Door de grotere penetratie van mobiele apparatuur (zoals smartphones en tabletcomputers) én de beschikbaarheid van snellere netwerkinfrastructuur (3G en 4G) Het mobiele dataverbruik is in Nederland explosief gegroeid. De ACM signaleert dat in het tweede kwartaal van 2014 er een stijging van maar liefst 83 procent is geweest van het mobiele dataverbruik ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. “We zien dat mobiel internet steeds belangrijker wordt in het verdienmodel van telecomaanbieders. Investeringen in betere en toekomstgerichte netwerken, zoals het 4G-netgwerk, dragen hier zeker aan bij”, meent Henk Don, bestuurslid van de ACM, te weten.

Het kwartaalrapport van de toezichthouder laat nog meer positief nieuws zien voor de mobiele operators in Nederland. Zo is de duizelingwekkende daling van het aantal verstuurde sms-berichten eindelijk tot stilstand gekomen. In het tweede kwartaal van 2014 is er, voor het eerst in twee jaar, zelfs sprake van een lichte stijging van het aantal sms-berichten.

De ACM meldt verder dat de gemiddelde snelheid van internettoegang via een vaste verbinding nog immer een opwaartse beweging maakt. Dit geldt met name voor internet via de kabel. “In het tweede kwartaal van 2014 heeft 98 procent van de internetabonnementen via de kabel een snelheid van meer dan 10 Mbps. In dezelfde periode van vorig jaar was dat nog 75 procent. Het aantaql van 100 Mbps of meer is op de kabelnetwerken in een jaar tijd verdriedubbelde van circa 214.000 naar ongeveer 679.00 abonnementen”, aldus de toezichthouder in zijn Telecommonitor. Eenzelfde trend is eveneens te zien bij vaste internetverbindingen via koper- of glasvezelnetwerken.

Bron: Connexie